Kwaliteitsrapport 2018

22

23

Lichamelijk welbevinden

Interpersoonlijke relaties

Sebastian kan niet vertellen dat hij pijn heeft of ergens last van heeft. Wel laat hij ons met signalen weten dat er iets aan de hand is. Hij zoekt meer nabijheid, kan geen rust vinden, kan zich niet goed focussen en zoekt continu grenzen. Inmiddels weten we dat we bij deze signalen een arts moeten bellen om te checken of er iets lichamelijks speelt. Bijvoorbeeld een allergie, een wond- je, obstipatie, reflux. Maar het kan ook discomfort zijn. Ander incontinentiemateriaal, andere sokken, andere schoenen. Alles wat anders voelt dan normaal. Onder lichamelijk welbevinden valt ook de balans tussen in- en ontspanning. Bij Sebastian zien we dat hij veel licha- melijke inspanning nodig heeft om te kunnen ontspannen. Momenteel komt hij in de puberteit en is hij erg gegroeid. (Beweeg)activiteiten sluiten niet allemaal meer aan. Sebas- tian vindt nu uitdagingen in nieuwe beweegactiviteiten, zoals skeeleren. De combinatie van nieuwe dingen leren en lichamelijk moe worden lijkt hem een voldaan gevoel te geven. We zien ook dat hij het snel oppikt en dat we dus alweer kunnen zoeken naar een nieuwe uitdaging! LACCS is een van de methodieken waar we mee werken. Je leest hier meer over op pagina 24. LACCS- gebieden laten zien waar mensen met een ernstige meervoudige beperking behoefte aan hebben. LACCS staat voor Lichamelijk welzijn, Alertheid, Com­ municatie, Contact en Stimulerende tijdsbesteding. Mitchel heeft dagbesteding bij De Baskuul. Hier worden cliënten met een (ernstige) verstandelijke en/of meervou- dige beperking ondersteund om zich te ontwikkelen. We zijn op zoek gegaan naar activiteiten waarbij Mitchel een bijdrage kan leveren. Op woensdag sluit hij aan bij de kookactiviteit. Hij geniet ervan en krijgt bovendien wat mee voor zijn ouders thuis. En dat valt meestal wel in de smaak! Maria van EIGEN haalt graag met haar begeleiding een kopje soep voor een collega op kantoor. Ze straalt van trots. En dat is wat we iedereen gunnen: een welgemeend ‘dankjewel!’. Door de interactie met anderen krijgen Mit- chel en Maria een positieve reactie en voelen zij zich ge- zien en begrepen.

Jan woonde in een klein appartement waar hij ambulante begeleiding kreeg. Ook hij is gegroeid. “Dat komt omdat ze beiden bereid zijn om het gesprek met elkaar aan te gaan”, weet Jannet. Jan vertelt dat de verhuizing best pittig was. Er moest veel geregeld worden en af en toe botste het tussen hem en Sanne. “Dat komt omdat ik het soms moeilijk vind om Sanne te begrijpen. Maar ik hou van haar en we leren om te praten in plaats van zaken op te kroppen. We zijn happy met elkaar en met ons fijne huis”, besluit Jan. Een man en een vrouw die een relatie met elkaar aan­ gaan, leren omgaan met genegenheid en intimiteit. Zij bouwen een relatie met elkaar op en leren die te onder­ houden. Van onze cliënten vraagt dit extra inspanning. Wij begeleiden de groei van hun relatie door de verschillende stappen inzichtelijk te maken. Zo bespreken we samen met onze cliënten wat ‘geven en nemen’ in een relatie be­ tekent. Het geld van Paul werd beheerd door zijn ouders. Ze maakten hierover afspraken met de begeleiders. Met Paul hadden ze een zakgeldregeling. Dat ging jaren goed. Totdat Paul volwassen werd en steeds vaker discussies met zijn ouders had over geld. Zo wilde Paul graag mooi vuurwerk kopen, een passie van hem. Maar zijn ouders hadden dat liever niet en hielden de hand op de knip. De begeleiders merkten dat de relatie tussen Paul en zijn ouders in december sterker onder druk kwam te staan. Paul kreeg zo weinig geld, dat hij eigenlijk alleen maar goedkoop of illegaal vuurwerk kocht. Na overleg tussen Paul, zijn ouders en de persoonlijk be- geleider besloten we hulp in te roepen van een bewind- voerder. Met hem kan Paul overleggen over zijn uitgaven. Het toeval wil dat Paul een bewindvoerder kreeg toege- wezen met dezelfde passie voor vuurwerk. Sindsdien heeft Paul een passend budget voor legaal, mooi vuur- werk. Daar geniet niet alleen hij van, ook zijn medebe- woners en begeleiders op de Aalscholver. Zij krijgen met Oud & Nieuw een schitterende vuurwerkshow. En zo werd december weer een feestmaand voor zowel Paul als zijn ouders.

Vraag aan mensen op straat wat ze het allerbelangrijkst vinden en je krijgt negen van de tien keer hetzelfde antwoord: gezond zijn. En dat is logisch. Lichamelijk welbevinden bepaalt voor een groot deel de kwaliteit van ons leven. Voor onze cliënten is dat niet anders. We kijken continu hoe het gesteld is met de gezondheid van onze cliënten. Welk gedrag zien we en welke gevolgen heeft dit voor het dagelijks functioneren? Wordt de cliënt begrepen door mensen die voor hem belangrijk zijn? Het verhaal van Sebastian laat zien hoe belangrijk het is om signalen van cliënten op te vangen. Als er lichamelijk iets speelt, heeft dat uitwerking op je algehele functio­ neren. Marije is gedragskundige bij De Passerel en werk­ zaam bij locatie EIGEN. Ze vertelt over een jongen met een ernstige verstandelijke beperking en autisme:

Sanne en Jan gingen onlangs samenwonen in een knus- se tussenwoning in Apeldoorn Zuid. Voor beiden een flin- ke stap. Begeleider Jannet Kok hielp het verliefde stel in hun weg naar zelfstandig samenwonen. Jannet vertelt dat Sanne grote stappen heeft gemaakt in haar ontwikkeling om zelfstandig te wonen. “In Orden was een van de begeleiders altijd binnen handbereik. Nu regelt en beslist ze veel dingen zelf. Het omgaan met geld gaat Sanne ook steeds beter af. In overleg bekijken we hoeveel uur per week begeleiding straks nodig is.” Wij mensen kunnen niet leven zonder contact met onze medemensen. We zijn sociale wezens die elkaar vor­ men en ons ontwikkelen op geestelijk gebied, juist door samen te leven. Met deze onderlinge interactie beïnvloe­ den we elkaars gedrag, één van de redenen dat we die veel opzoeken. Belangrijke interpersoonlijke relaties zijn het gezin, familie, vriendschappen en buren of mede­ bewoners. Bij materieel welbevinden gaat het onder andere om fi­ nanciële zekerheid, werk, bezittingen en huisvesting. Fi­ nanciën zijn vaak een struikelblok in het dagelijks leven van cliënten met een verstandelijke beperking. Als je zelf niet kan rekenen of overzicht hebt, is het niet gemakkelijk om je financiën op orde te hebben en te houden. Soms komen cliënten daardoor in de problemen en ontstaan er schulden. Dat geeft veel zorgen. Het is dus belangrijk om dit goed op orde te hebben. Met hulp of iemand die dit voor hen overneemt. Je financiën op orde hebben gaat over meer dan alleen geld. Zelf bepalen wat er met je geld gebeurt is heel belangrijk. Het geeft ruimte om te kunnen doen wat je graag wil en om daarin je eigen keuzes te maken. Materieel welbevinden

Emotioneel welbevinden

Binnen de verschillende methodieken waarmee we wer­ ken staat het emotioneel welbevinden centraal. Want, hoe kun je leren en jezelf ontwikkelen als je je niet ge­ steund voelt. Als je niet begrepen wordt of je niet op je gemak voelt bij anderen. Daarom vinden we het belang­ rijk dat mensen zich thuis voelen in hun woonomgeving, op het werk of bij de dagbesteding. De ondersteuning die we bieden is erop gericht om de be­ leving van de cliënt te verbeteren, in stand te houden of verslechtering tegen te gaan. Kleine stapjes zijn soms een groot resultaat. Zo ontwikkelt iedereen zich binnen zijn mogelijkheden. Onze begeleiders letten er altijd op dat cliënten aandacht krijgen en gehoord worden. Niet voor niets is contact een van de vijf LACCS*-gebieden. Dat fijne, warme contact is enorm belangrijk. En daar zorgen we voor. Bijvoorbeeld door een cliënt te laten merken dat hij van waarde is voor de mensen om zich heen. Daar groei je als mens van.

De Passerel

Kwaliteitsrapport 2018

Made with FlippingBook - Online magazine maker