Oerbos Hooidelta

daarnaast ook tal van petgaten en legakkers. Dat zijn de overblijfselen van de vervening die hier rond 1800 opkwam en waarbij met de baggerbeugel veenbagger werd uitgeschept om tot turf te worden gedroogd en versneden. Door de turfwinning veranderde het land in water. De legakkers zijn tegenwoordig begroeid met wilgen, waardoor het landschap hier een besloten karakter heeft. Meer naar het oosten toe wordt het landschap steeds opener, op een klein bosje na waarin een eendenkooi ligt verscholen. Grote delen van dit landschap zijn door de ruilverkaveling geschikt gemaakt voor een intensieve vorm van landbouw. Terug naar de kano die al een tijdje onbemand in het Zwartewater ligt te dobberen. We varen in noordelijke richting door naar het havenstadje Zwartsluis. Daar vloeit het Zwartewater samen met het Meppelerdiep, een riviertje dat in de middeleeuwen de Sethe heette. Overijssels en Drents water trekken vervolgens samen op naar het Zwarte Meer, vroeger de Zuiderzee. Tegenover Zwartsluis ligt een typisch stuk land met een tamelijk ronde vorm: Cellemuiden (7). Mude / muide is een oud woord voor ‘riviermonding’, hier uiteraard de monding van het Meppelerdiep in het Zwartewater. De ronde vorm van het stuk land is ontstaan doordat de rivier hier krullend afbuigt naar het westen. De verkaveling van het hoefijzervormige land is afgestemd op de ligging van de rivier, waardoor de sloten als spaken in een wiel van binnen naar buiten lopen. Het middelpunt wordt opgesierd door een terp. Tegenwoordig ligt enkel de buitenste schil van de Cellemuider weilanden en hooilanden nog buitendijks; in het verleden had het van tijd tot tijd opgestuwde rivierwater vrij spel in het gehele gebied. Dat valt af te lezen aan een laagje lichte kalkrijke klei van ongeveer een halve meter dik die over de landerijen is afgezet. Welke invloed heeft de vruchtbare bodem die hier door het rivierwater werd afgezet, gehad op de kwaliteit en samenstellingen van het hooi dat hier eertijds werd gewonnen? Voorbij Cellemuiden zien we de in lange stroken verkavelde Buitenlanden van Genemuiden aan onze linkerhand. Rechts liggen de Oostelijke Buitenlanden (8). We hebben onze reis op het Zwartewater er nu zo goed als opzitten. Voor ons ligt het open water van het Zwarte Meer: eindpunt van het Zwartewater, eindpunt ook van onze eerste verkenningstocht langs de hooilanden van de IJsseldelta.

Sinds de ruilverkaveling van 1995 zwaait Staatsbosbeheer de scepter in dit bijzondere hooilandenlandschap. De natuurorganisatie werkt hier onder andere aan herstel van zogenaamde blauwgraslanden, een tegenwoordig zeldzaam soort hooiland. Vroeger – toen de wereld nog veel armer was - kwam dit schrale type grasland veel voor op de natte zand- en veengronden van Overijssel. Blauwgraslanden leverden vroeger hooi op van matige kwaliteit, maar door de bril van de natuurbeheerder gezien is het tegenwoordig een uiterst waardevol biotoop dat ruimte biedt aan veel kwetsbare planten die in Nederland een zeldzaamheid zijn geworden vanwege de verregaande intensivering van de landbouwsector. In de Oldematen vind je Fig.5. In de Oldematen wordt in het voorjaar hard gewerkt om een kar te vullen met pakjes hooi. De trekker met voorlader maakt het werk een stuk aangenamer dan honderd jaar terug, toen bestond er nog geen pakjespers en werd het hele karwei nog met de hand, hark en vork geklaard. Foto: Jeroen Wiersma.

11

Made with FlippingBook Annual report