Oerbos Hooidelta

Wereldoorlog. Pas op 3 oktober 1919 werden het Centraal Hooibureau en de Provinciale Bureaus officieel opgeheven. De hooikist Tijdens de Eerste Wereldoorlog gingen vanwege de schaarste ook steenkolen op de bon en werd de straatverlichting tot een minimum beperkt. Scholen gingen op zaterdag dicht en er reden minder treinen. De burger moest dus zuinig aandoen met brandstof. In 1916 kreeg Nederland ook daarom voor het eerst te maken met de zomertijd. Voedingsdeskundige Martine Wittop Koning bracht in september 1917 een boekje uit onder de titel Warmte bewaren: besparing van gas en brandstof bij spijsbereiding. Er stonden tips in over het bewaren van lichaamswarmte en het zo efficiënt mogelijk bereiden van voedsel. Een van de manieren was de hooikist, een houten kist waarin een dikke laag hooi tegen de wanden was aangedrukt. Om kosten te besparen en vanwege gebrek aan hout werden ze ook gemaakt van tonnen, emmers, manden en kartonnen dozen. Ter voorkoming van het stuiven, zat er een voering om het hooi heen. Zo hoefden aardappelen eerst maar 5 à 10 minuten te koken, als de pan daarna maar anderhalf uur op temperatuur bleef in de hooikist. De aardappelen werden op die manier dus gaar, zonder dat er verder brandstof nodig was. Ook na de oorlog bleef de hooikist in gebruik, zoals met meer noodgedwongen vindingen het geval was. In september 1922 ging mevrouw J.M.F. van der Meer-Dinger in het Overijsselsch Landbouwblad , in de rubriek ‘Voor de boerin’, uitvoerig in op het gebruik en de voordelen van de hooikist. Niet alleen hoefden de pannen korter op het vuur te staan, ze sleten ook minder, er kon niets aanbranden of overkoken, er waren minder geuren en de boerin kon onder het koken rustig iets anders doen. Multitasking dus, bij de bereiding van ‘degelijke eenvoudige kost als bonen, soepen, stamppotten en pappen.’ Hooikisten waren kant en klaar te koop, maar je kon ze ook zelf maken. Uitvoerig beschreef mevrouw Van der Meer hoe dat moest. Eerst een kist, mand of ton bekleden met een slecht warmte geleidende en goed droge stof, dan opvullen met hooi, maar wel met ruimte voor een pan en 5 centimeter extra ruimte enz. enz…

Fig. 101. Uit een striptekening uit het jaar 1933 wordt de prijs van een kar hooi op 7 gulden vastgesteld. BRON: Collectie Wim Coster.

Een brug te vroeg

112

Made with FlippingBook Annual report