Oerbos Hooidelta

Fig. 105. In Staphorst op het hooiland, à la Dior… BRON: Collectie Wim Coster.

Korte Kroniek Een kleine halve eeuw gras, hooi en het weer

Vanaf 1830 verschenen in Overijssel jaarlijks provinciale verslagen, door Gedeputeerden geleverd aan de Staten. Aanvankelijk kwam ook de relatie tussen het boerenbedrijf en het weer daarin sterk naar voren, met gras en hooi als vaste onderdelen. Een kleine kroniek: 1830 ‘De veelvuldige regens in de afgelopen zomer, gevoegd bij de reeds ongunstige toestand der gronden door de nattigheid der vorige jaren, hebben de oogst doen mislukken, slechte hooibouw opgeleverd en galligheid onder rundvee en schapen doen heersen, waaraan een aanzienlijk getal vee is gestorven. Kortom: deze ramp heeft de reeds zozeer verarmde landman dusdanig gedrukt, dat men zijn toestand niet dan met treurigheid en wezenlijk met bezorgdheid kan beschouwen.’

1832: ‘Er is veel gras gewassen en veel goed hooi gewonnen.’

1833: ‘Over het algemeen was er redelijk veel gras, doch hooi werd op veel plaatsen niet overvloedig gewonnen, de lage landen uitgezonderd.’

1834: ‘ Gras groeide overvloedig, vooral op de lagere landerijen en hooi werd uitmuntend en veel gewonnen.’

1835: ‘Gras groeide er overvloedig in het voorzomer; in juni werd zeer goed en veel hooi gewonnen; dit was echter minder op de hoge binnenlanden en vooral onder Wijhe, waar de hooilanden door rupsen werden afgevreten, zodat die landen niets opbrachten, terwijl in de provincie in de nazomer de landen niet genoeg gras voor het vee opleverden.’

1836: ‘De graslanden en het hooi hebben zeer ongelijk opgeleverd.’

1837: ‘Weinig gras groeide in de voorzomer, zodat enige hooilanden

118

Made with FlippingBook Annual report