Oerbos Hooidelta

Voorwoord Het begon met twee mannen en een ideaal. Adriaan Velsink en Tiem van Dalfsen – in de IJsseldelta wijd en zijd bekend als onvermoeibare voorvechters voor behoud en ontwikkeling van het landschap en het cultureel erfgoed – lieten hun oog vallen op een door bijna iedereen vergeten en ook sterk vervallen hooibergenterrein aan de noordoostrand van Hasselt. Meer dan ieder ander zagen zij de grote cultuurhistorische waarde en potentie van dit bijzondere terrein. Eeuwenlang sloegen de stadsboeren van Hasselt hier hun hooi op, omdat dit in de stad zelf te brandgevaarlijk was. Bij het verdwijnen van de stadsboeren raakte het hooibergenterrein – net als in veel andere steden - afgelopen eeuw steeds meer buiten gebruik. Overal in Nederland verdwenen deze terreinen. Alleen in één Overijssels stadje aan de boorden van het Zwartewater bleef een hooibergenterrein tot de dag van vandaag bestaan. Een zeldzame parel. Stad en land liepen beide mannen af om overheden, erfgoedorganisaties, natuurbeschermers en financiers te overtuigen van de noodzaak om dit bijzondere erfgoed voor Hasselt én het Zwartewaterland te behouden, te restaureren en waar mogelijk ook een nieuwe functie te geven. En met succes, want talloze brandbrieven, krantenberichten, besprekingen en notities later lukte het hen om een plan te ontwikkelen waar draagkracht én financiering voor bestond binnen de streek. Het Nederlands Hooibergenmuseum zal hier worden gevestigd, hooibergen zullen worden omgevormd tot ateliers en appartementen voor begeleid wonen, en ook een B&B locatie staat op het programma. Eeuwenoud erfgoed begint zo aan een nieuwe en veelbelovende toekomst. Idealen worden soms gewoon werkelijkheid. Om al deze plannen te kunnen realiseren was meer kennis nodig: kennis over de vroegere hooilanden in de IJsseldelta, over de mensen die vroeger betrokken waren bij de productie en verwerking van het hooi, over de vroegere hooicultuur, en ook over de achterliggende oorzaken voor het feit dat juist uit deze streek eeuwenlang het allerbeste hooi van Nederland kwam. De Gemeente Zwartewaterland gaf aan de IJsselacademie, Coster Pers en het Kenniscentrum Landschap van de Rijksuniversiteit Groningen de opdracht om al deze

thema’s grondig te onderzoeken en vast te leggen in een rijk geïllustreerd document dat zowel wetenschappelijk verantwoord als ook goed leesbaar diende te zijn voor een breed publiek. De onderzoekers gingen aan het werk. Ze bestudeerden oude kaarten en archieven, gingen het veld in ombodem, landschap en vegetatie van de hooilanden te onderzoeken, en spraken met tal van boeren en hooihandelaren die de glorietijd van het vroegere hooibedrijf van dichtbij hadden meegemaakt. Het resultaat van dit veelzijdige onderzoek ligt hier voor u. De initiatiefnemers, opdrachtgever, begeleiders én makers wensen u veel leesplezier en hopen dat u net als hen geïnspireerd worden door dit belangrijke culturele erfgoed van Zwartewaterland.

Theo Spek, hoogleraar Landschapsgeschiedenis Rijksuniversiteit Groningen

5

Made with FlippingBook Annual report