Oerbos Hooidelta

Fig 49. Groot Cellemuiden vanuit de lucht. De naam wordt voor het eerst genoemd in het dijkrecht van Cellemuiden en betekent ‘aan de monding van de Zedel.’ Dat is het tegenwoordige Meppelerdiep, rechtsachter op de foto. Foto: Thomas Bartelds.

59 Koeien en paarden waren dus eerder uitzondering dan regel in de landerijen van Groot Cellemuiden. Er werd vooral hooi geoogst: goed hooi en veel hooi als we de belastingadministratie van het Kadaster 1832 mogen geloven. Op een paar percelen na langs de Hasselterdijk werden alle hooilanden binnen de ringdijk rondom Groot Cellemuiden ingedeeld in het hoogste belastingtarief. De percelen daarbuiten, enkel beschermd door een zomerdijk leverden ook goed en veel hooi, maar werden minder zwaar belast dan de landerijen die langs de binnenkant van de winterdijk waren gelegen. Dit is opmerkelijk omdat de meeste buitendijks gelegen hooilanden langs het Zwartewater juist zwaarder belast werden dan de binnendijks gelegen percelen vanwege de betere kwaliteit en hogere opbrengsten van het hooi. De inspecteur van het kadaster die in het jaar 1828 door

Fig. 48. De Deventer kromstaart of krumstert (1435-1440). BRON: Wikipedia.

Made with FlippingBook Annual report