Oerbos Hooidelta

het gebied trok en aantekeningen maakte van de gesteldheid van de landerijen zegt daarover het volgende: ‘Het kleine gedeelte der hooi- en weilanden die langs de rivier het Zwartewater buitendijks liggen en daardoor bespoeld worden zijn van een goede kwaliteit en begroot op den voet den omleggende landen van de gemeente Zwollekerspel. De binnendijks gelegen (landerijen) kunnen de mest niet ontberen, vele ervan zijn laag en met schadelijke planten of roebol bezeten, dus van mindere waarde dan de vorige.’ Mogelijk vormden de binnendijks gelegen hooilanden van Groot Cellemuiden een uitzondering op de waarnemingen van de inspecteur vanwege de ontstaansgeschiedenis van het gebied als kronkelwaard, en zal de inspecteur met zijn uitspraak vooral gedoeld hebben op laaggelegen landerijen met een venige ondergrond. Dergelijke hooilanden waren rond 1832 onder andere terug te vinden in het Veldiger Binnenland, dat van het Veldiger Buitenland werd gescheiden door de Sluizerdijk. De dijk vormde een harde grens tussen de minder productieve hooilanden op een venige ondergrond (klasse 4) en de productievere hooilanden van het Veldiger Buitenland in de kleiige uiterwaarden van het Zwartewater. (klasse 2)

Fig.50. Groot Cellemuiden valt op vanwege haar typische landvorm. Dat is goed te zien op de hoogtekaart. Het land bestaat uit een serie sikkelvormige zandige ruggen. Daartussen liggen kleilagen die meebuigen met de binnenbocht van een oude meander van het Zwartewater. 1 De zandruggen hoopten zich op aan de binnenkant van de rivier, terwijl er aan de buitenkant erosie plaatsvond. Daardoor heeft het Zwartewater zich in een paar honderd jaar tijd verplaatst in noordelijke richting en ontstond de okselvorm. Dergelijke landvormen zijn kenmerken voor het rivierenlandschap en staan bekend als kronkelwaarden. BRON: Actueel hoogtebestand Nederland.

60

Made with FlippingBook Annual report