Oerbos Hooidelta

Fig. 82. Eén van de vele dijken op het Kampereiland. Foto: Jeroen Wiersma.

Wat de kansen betreft: het overstromingswater zorgde voor natuurlijke bemesting van de weiden en hooilanden. Er is al vaker aan de orde gekomen dat het rivierwater vruchtbare slibdeeltjes met zich meebracht. De truc op het Kampereiland was om de landerijen in de winter te laten overstromen met dit slibrijke rivierwater, terwijl tijdens de zomerperiode het Zuiderzeewater vanuit het noorden buiten de deur moest worden gehouden omdat anders het waardevolle gras een flinke knoei zou krijgen. De oplossing voor dit probleem: lage Fig. 81. De museumboerderij van Erf 29 geeft een mooie indruk van de zogenaamde ‘hallehuisboerderij’. Dit type boerderij had een lengte van 30 meter, een breedte van 12 meter en was vooral opvallend laag gebouwd zodat de behuizing zo weinig mogelijk wind ving in het altijd winderige open polderlandschap. Het dak was met riet bedekt dat lokaal werd gesneden uit de uitgestrekte rietvelden zoals je die bijvoorbeeld in het begin van de 19 de eeuw nog terug kon vinden langs de noordgrens van de Mandjeswaard. Een dikke honderd jaar terug bepaalden deze typische boerderijen het beeld op bijna iedere belt. Foto: Jeroen Wiersma.

dijken -1,00 tot 1,50 meter +NAP- langs de verschillende geulen die in de zomerperiode het buitenwater weerden maar in de winter konden overstromen, en iets hogere dijken -3,50 meter + NAP- langs de zeekant van het Kampereiland om het zeewater tijdens zomerse stormen tegen te houden. 155 Zo ontstond er rondom de verschillende eilandjes in de IJsseldelta een stelsel van kades. Een kade werd in eerste instantie opgeworpen om zodoende slib op te vangen waardoor het proces van landaanwinning werd versneld. Als de grond binnen het omkade stuk land hoog genoeg was opgeslibd, werd de kade verhoogd tot zomerkade. Aan de zeezijde van de zomerkade werd dit proces herhaald, waarbij de klei van oude kades en zomerdijken werd hergebruikt. Om die reden zie je in het huidige landschap nog maar weinig sporen terug van oude dijkjes. Als je echt goed kijkt zijn er aan de hand van lichte hoogteverschillen ten opzichte van het maaiveld her en der nog plekken aan te wijzen waar vroeger zo’n kade heeft gelopen. Ook het huidige wegenpatroon biedt aanknopingspunten, omdat veel van de dijkjes als basis werden gebruik voor de latere verharde wegen. De meeste zomerkades hadden

155 De Kraker 2010.

93

Made with FlippingBook Annual report