Van oerbos tot hooiland

het wel op prijs stellen. Toen werd het een financiële kwestie. De rente was in die tijd wel twaalf procent. Als we verderop moesten gaan boeren zouden we minder land hebben en er was geen kans tot uitbreiding. Dat zagen we niet zitten. We zijn hier gebleven en zijn later alsnog gegroeid naar 40 koeien, al ging dat niet zomaar. In 1984 werd het melkquotum ingevoerd, dus moesten we vanwege het peiljaar weer wat koeien inleveren. In de buurt was er vrijwel geen mogelijkheid om land bij te kopen, zodat je ook niet meer melk mocht produceren. In feite zaten we toen klem. Uiteindelijk is Geke er ’s zomers als badjuffrouw in het zwembad bij gaan werken. Dat was toen al wel wat meer gebruikelijk. Ze had ook altijd gezegd dat ze niet per se thuis wilde blijven. Einde bedrijf Halverwege de jaren negentig begon ik last van m’n longen te krijgen. Dat kwam omdat ik vroeger in aanraking was geweest met tbc. Ik heb lang onder controle gestaan en liep al een hele tijd tegen longontsteking aan. Met maaien en schudden had ik geen last, maar tegen de tijd dat we gingen hooien was ik helemaal hees. De longarts zei tegen me: “Je moet het zelf weten, maar als je zo doorgaat zit je op je vijfenzestigste aan de zuurstof”. Toen was de keuze niet zo moeilijk. We hebben de melkkoeien weggedaan en zijn schapen gaan weiden. Onze jongens hadden geen interesse om de boerderij over te nemen. Toen zeiden we tegen elkaar: “We kunnen het zo behappen, we boeren nog op deze manier door”. Geke ging er ook ’s winters bij werken, bij de post. In 1999 hebben we uiteindelijk toch besloten om te stoppen met melken. We konden hier gelukkig blijven wonen. Dat was voor ons het belangrijkste.

Uitbreiding Vanwege de slechte gezondheid van m’n vader ben ik zo van de landbouwschool het bedrijf ingerold. Dat vond ik helemaal niet erg, ik wilde graag boer worden. Het buitenleven trok mij enorm. Op school had ik altijd meer aandacht voor buiten, dan voor wat er op schrift stond. De boerderij aan de Wolfshagenweg hebben we samen voortgezet, totdat m’n vader in 1978 overleed. Hij was 58 jaar oud. Begin jaren tachtig wilden Geke en ik de boerderij graag uitbreiden, maar net op dat moment speelde ook de ruilverkaveling. Het was niet zeker of we wel aan de Wolfshagenweg konden blijven. Staatsbosbeheer was in het bezit van het Jutjesriet en had haar oog ook op onze plek laten vallen. We hoefden niet weg, maar ze zouden

Fig. x. Op 23 februari 1967 blies een storm de kap van de hooiberg op de nieuwe boerderij van de familie Moed aan de Wolfshagenweg. (collectie Moed)

143

Made with FlippingBook - Online catalogs