Van oerbos tot hooiland

Fig. x. Het hooi wordt bij elkaar geharkt om op de wagen te laden. (collectie Zwier Stoel, fototheek Kampereiland)

Bevrijding Op 16 april 1945 kwamen de Canadezen vanuit Hasselt onze kant op rijden. Mijn broer Harm reed ze op z'n motor tegemoet, met z'n vriendin uit IJsselmuiden achterop. Harm reed aan de rechterkant vlak langs de dijk, maar de Canadezen hielden links aan zodat ze tegen elkaar op knalden. Harm en z'n vriendin werden helemaal over de dijk heen geslingerd. Ze waren op slag dood. Thuis hebben we de klap wel gehoord, maar toen wisten we nog niet wat er aan de hand was. Later werden we dat wel gewaar. Iedereen was blij dat de oorlog voorbij was, maar de bevrijding was voor ons geen feest. In 1947 is mijn oudste broer naar Canada geëmigreerd en twee jaar later sneuvelde mijn derde broer in Nederlands-Indië. Mijn ouders waren zo in een paar jaar tijd drie zonen kwijt. Daar hebben ze het wel moeilijk mee gehad. Overname boerderij Eind jaren veertig hebben Alie en ik elkaar leren kennen. Zij woonde aan de Stouweweg bij Zwartsluis. Haar vader had land aan de dijk in de Hasselter buitenlanden, dus daar ben ik haar tijdens het hooien een keer tegengekomen. We zijn in 1957 getrouwd en hebben toen samen Fig. x. Tijdens de oorlog diende het hooi vaker als schuilplaats. Op deze foto poseert de familie Reuvenkamp uit Mastenbroek voor hun onderduikplek in de hooiberg.

met mijn broer Jan de boerderij overgenomen. M'n vader had een hartinfarct gehad en kon niks meer. We hadden een stuk of dertig koeien. Die stonden op de grupstal, dus moest je er altijd met de melkketel tussendoor. Je kon meerdere koeien in één melkketel houden. Het hooi van toen had lang niet zoveel voedingswaarde als tegenwoordig. Het hooi van de buitenlanden ging nog wel, maar dat van de Olde Maten was helemaal niks. De Olde Maten was zo arm, daar groeide geen luus . Alleen maar blauwgras. Als je de koeien alleen van het hooi uit de Olde Maten moest melken, had je ze zo droog.’ Strijkhark Alie: ‘Bij ons thuis hadden we vroeger een strijkhark. Als we uit school kwamen, kregen we wat te drinken, deden we het oude goed aan en gingen we naar het hooiland. M’n vader ging dan rond met de hooimachine, een Nicholson. Daar zat zo’n harkje achter dat hij iedere keer leeg wipte met z’n been. Als hij vol was, moesten wij het aan een zwil harken. Bij Arie thuis deden ze dat ook, maar daar hadden ze een trekhark. Bij een strijkhark harkte je vanuit je zij, die leidde je zo om.

152

Made with FlippingBook - Online catalogs