Van oerbos tot hooiland

door de boeren heeft bijgedragen aan de flinke afname van het aantal kievitsbloemen langs het Zwarte Water.

Icoonsoort van de hooilanden in de IJsseldelta is de wit en paars geblokte Kievitsbloem ( Fritillaria meleagris ). Het is een zeldzame verschijning in de Glanshaver- en Vossenstaarthooilanden, maar laat zich in een aantal hooilandpercelen langs het Zwarte Water ieder jaar weer massaal zien. Tussen de spoorbrug over de Vecht bij Berkum tot aan het Zwarte meer ligt de grootste oppervlakte van kievitsbloemhooilanden van Nederland. Het gaat in totaal om zo’n 150 hectare hooiland, waarvan 75% in handen is van natuurorganisaties. Voor het in stand houden van de populatie wordt er binnen de reservaatgebieden niet kunstmatig bemest en wordt er pas na 15 juni gemaaid. De spaarzame bemesting komt van schapen en pinken die later in het seizoen in de hooilanden worden geweid. 109 De soort gedijt het beste in kleiige, soms zandige tot venige vochtige voedselrijke hooilanden. In de winter kan de plant een hoge waterstand verdragen, terwijl het in de zomer niet te droog mag zijn. Het bolgewas bloeit maar in een korte periode van het jaar, meestal tegen het einde van april. Vroeger trok men in de week dat de Kievitsbloem bloeide massaal de hooilanden in en keerde terug met bossenvol geplukte exemplaren. In de omgeving van Zwolle was het plukken van de Kievitsbloem in ieder geval nog tot ver in de jaren ’50 gebruikelijk. Van een plukverbod zoals dat in het Duitse Runge in Westfalen rond 1955 werd in gevoerd is het langs het Zwarte Water niet gekomen. 110 Tegenwoordig valt er niet zo veel meer te plukken als in de jaren ’50 van de vorige eeuw en daarvoor. Ook als het plukverbod wel zou zijn ingevoerd, hadden de Kievitsbloemen het op de meeste plaatsen niet gered. De afname van het aantal groeiplaatsen van het plantje heeft eerder te maken met veranderingen op waterstaatskundig gebied. De afsluiting van de Zuiderzee bijvoorbeeld heeft er voor gezorgd dat de uiterwaarden veel minder vaak dan voorheen overstroomd raakten, terwijl de Kievitsbloemen juist baat hebben bij regelmatige overstromingen. Ook het fors toegenomen gebruik van kunstmest

Tijdens een excursie van de Nederlandse Botanische Vereeniging in de zomer van 1931 trok een zevenkoppig gezelschap door de IJsseldelta. Met de neuzen naar de grond gericht werd oplettend genoteerd wat er allemaal aan interessante flora in de velden en langs de wegens te bespeuren was. Op de bovenste is te zien op welke plaatsen de Kievitsbloem, samen met de Gulden Boterbloem (Ranunculus auricomus) werd waargenomen. Op het onderste kaartje is te zien waar de bloem tegenwoordig nog voorkomt.

109 Bremer 2014. Paddenstoelen in het kievitsbloemhooiland. 110 Van Leeuwen 1958.

65

Made with FlippingBook - Online catalogs