Van oerbos tot hooiland

andere noodzakelijkheid was het wonen op belten. Deze drie tot vier meter hoge opgeworpen hoogtes boden de nodige bescherming tegen het water. Ook de boerderijen op de belten werden op de omstandigheden aangepast. De pachtboeren van het Kampereiland woonden in opvallend lage boerderijen zodat de wind er zo weinig mogelijk vat op had. 156 Fig. x. Mineraalrijk Kampereilander hooi wordt gelost in Dalfsen. Het hooi dat de boeren in de omgeving van Dalfsen verbouwden was vanwege de zandgrond arm aan mineralen. Om het vee toch genoeg voedingsstoffen te kunnen bieden, vermengden ze hun eigen mineraalarme hooi met het rijke Kampereilandse hooi. Toen aan het einde van de negentiende eeuw de liksteen steeds meer in zwang raakte bij de boeren, nam de hooihandel met het Kampereiland af. Schilder: A .A. C. van ‘t Zand in 1872. Bron: Ab Goutbeek.

156 Van der Linde 2015, 42.

96

Made with FlippingBook - Online catalogs